Je winkelwagen is momenteel leeg
De steenmarter of het fluwijn (Martes foina) is een roofdier uit de familie der marterachtigen (Mustelidae). Hij lijkt veel op de boommarter. De steenmarter leeft in een groot gedeelte van Europa, en is steeds vaker ook rond woningen te vinden. Het is een omnivoor met vleesetende inslag. De steenmarter is een opportunist en hij past zich makkelijk aan aan verscheidene omstandigheden. De kop-romplengte van de steenmarter is 40 tot 50 centimeter, waarbij de staart circa 25 centimeter lang is. De mannetjes zijn zwaarder dan de vrouwtjes en wegen 1,5 à 2 kilo. De vrouwtjes wegen 0,7 à 1,7 kilo. Steenmarters zijn bruin van kleur en hebben een witte keelvlek.
De steenmarter is overwegend een carnivoor. Muizen, ratten, woelmuizen en zelfs eekhoorns staan bij de steenmarter op het menu. Ook eet hij vruchten, bessen, kersen, vogels en eieren. Soms eet hij ook kikkers, padden, salamanders en hagedissen. Op sommige plaatsen eet hij juist voornamelijk vruchten, insecten en aas. De steenmarter jaagt ook op kippen en ander pluimvee, dit tot ergernis van (hobby)pluimveehouders. Daarbij is een aantal van vijf tot tien kippen per nacht niet ongewoon. De steenmarter kan ze naar de meest onmogelijke plaatsen meeslepen, zoals op daken en over hekken. De steenmarter leeft meestal solitair. Marters in dorpen jagen soms in kleine groepjes van vier à vijf dieren. Deze dieren hebben ook een kleiner woongebied dan marters in de natuur, waar woongebieden gemiddeld 80 hectare bedragen. De steenmarter is luidruchtiger dan de boommarter.
De steenmarter leeft vaak vlak bij de mens en neemt dikwijls zijn intrek in huizen, op de zolder of in een spouwmuur, of in stallen en schuren. Soms graaft hij ook een hol in de grond. De steenmarter laat zijn uitwerpselen achter in een latrine.
Onder de motorkap kunnen steenmarters grote schade veroorzaken aan bedrading en isolatiemateriaal. Dit kan soms tot gevaarlijke situaties leiden, bijvoorbeeld wanneer bij hoge snelheid de motor ineens geen vermogen meer geeft door een lek in een benzineleiding, of de remmen weigeren door een kapotte remkabel. Deze incidenten hebben vaak een piek in het late voorjaar, wanneer jonge steenmartertjes het verschil tussen eetbaar en niet eetbaar nog niet kennen.